Over motivatie en inzet van medewerkers in de drinkwatersector.
“We moeten zorgen dat we medewerkers in onze sector gemotiveerd en op een juiste manier blijven inzetten. Dat gaat niet zomaar, daar moeten we nog wel wat aan doen.” Aan het woord is Hans Teunisse, GIS Analist Asset Management bij Vitens en kaderlid bij de FNV. Als kaderlid van de FNV zit Hans ook aan tafel bij de onderhandelingen van het cao-overleg in 2025 en het georganiseerd overleg van sociale partners. Hans is 14 jaar voorzitter geweest van de OR van Vitens.
Passie voor mensonderwerpen
Hans: “Sinds mijn 18e heb ik mij, naast mijn betaalde werk, als vrijwilliger ingezet voor allerlei maatschappelijke organisaties in bijvoorbeeld de politiek, sport of de vakbeweging. Ik heb daar altijd gekozen voor de mensonderwerpen. Zorgen dat mensen goed en met plezier kunnen blijven functioneren is voor mij heel belangrijk. Ik kan er slecht tegen als mensen benadeeld worden. Ik help graag mensen die niet altijd voor zichzelf kunnen opkomen, De verscheidenheid van onderwerpen waarmee ik mij heb bezig gehouden en de verschillende rollen die ik uitgevoerd heb, maken dit werk ontzettend leerzaam en waardevol. Ik heb dat werk daarom altijd met plezier gedaan en ik geniet daar nog steeds van.
Nu ligt mijn focus vooral op de vakbond. Als lid van het sectorbestuur Overheid van de FNV houd ik me bezig met internationaal vakbondswerk als lid van het Standing Committee Utilities van EPSU[1] en het project ‘De Toekomst is Publiek’. Hierbij kijk ik natuurlijk met extra belangstelling naar de drinkwatersector. Door al mijn nevenactiviteiten beschik ik over een groot netwerk dat ik kan aanspreken als ik raad en daad nodig heb. Dat helpt mij als ik aan nieuwe oplossingen moet werken.”
Publieke sector en marktwerking
“De drinkwatersector is een mooie sector. Ik ben van mening dat wij ons moeten blijven gedragen als een publieke sector. Marktwerking en het doen van aanbestedingen zijn niet altijd verbeteringen. Privatisering van publieke voorzieningen zetten de organisaties en de medewerkers te veel onder druk. Het maatschappelijk belang van bedrijven in de publieke sector is immers niet altijd goed in geld uit te drukken. Het gaat vooral om kwaliteit, betrouwbaarheid en beschikbaarheid. Dat stelt eisen aan de organisatie die daarvoor moet zorgen en dat kan niet altijd voor de laagste prijs.
Dit maatschappelijke belang betekent ook wat voor de inzet van de medewerkers die bij onze bedrijven werken en dat stelt dan weer eisen aan de werkgevers. Werkgevers vertrouwen er te makkelijk op dat hun medewerkers gemotiveerd en loyaal bij hun bedrijf blijven werken. Ja, we hebben in de drinkwatersector goede en gemotiveerde mensen die hun werk met hart en ziel doen, maar daar moet je als werkgever wel de voorwaarden voor blijven scheppen. Dit geldt zeker in een tijd zoals waar wij nu in leven met een krappe arbeidsmarkt en er van alle kanten aan onze mensen worden getrokken. Goede arbeidsvoorwaarden zijn superbelangrijk. Maar ook een goed werkklimaat waar medewerkers veilig en gezond kunnen werken is van belang om de mensen goed hun werk te kunnen laten doen en te kunnen behouden. Belangrijk hierbij is de aandacht voor nieuwe kennis en vaardigheden en het inspelen op vergrijzing en instroom van nieuwe generaties. Maar ook het bevorderen van de sociale veiligheid is bijvoorbeeld een van de onderwerpen waar naar mijn mening nog verbeteringen mogelijk zijn. Recente maatschappelijke ontwikkelingen tonen het grote belang hiervan aan. Formeel hebben wij dat bij onze bedrijven goed op orde maar ik vraag mij af of elke medewerker dat wel zo voelt.”
Belang van goede arbeidsvoorwaarden
“Als publieke sector moeten wij ook inzetten op het vergroten van de sociale en publieke meerwaarde van ons werk. Bij aanbestedingen kunnen wij er bijvoorbeeld nog beter op letten dat het uitbestede werk op een maatschappelijk verantwoorde wijze wordt uitgevoerd. Dat betekent werken met respect voor mens en omgeving. We zouden bijvoorbeeld een goed-werk toets moeten ontwikkelen en uitvoeren.”
Toekomstgericht werkgeverschap
“Ik zie dat medewerkers vandaag de dag steeds meer autonomie nodig hebben. Het vertrouwen van het management daarbij is onontbeerlijk. Inclusie en diversiteit is ook een onderwerp dat van groot belang is. In onze sector moet het personeelsbestand een afspiegeling van onze maatschappij zijn. We maken daar wel vorderingen in, maar we zijn er nog steeds niet. We moeten ons nog meer inzetten om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in onze bedrijven op te nemen. Voor deze mensen moeten dan echte arbeidsplaatsen worden gecreëerd waar zij werk doen wat er toe doet en waar zij zich maximaal in kunnen ontplooien.”
“Ik zie dus nog genoeg onderwerpen die we moeten bespreken voor de cao. Ik zal mij er als mede onderhandelaar van de FNV voor gaan inzetten dat hier ook afspraken over worden gemaakt.”
[1] EPSU: European Public Service Union
Comments